Het wapenschild werd op 25 juni 1997 overhandigd aan Roger Caluwaerts door de Vlaamse Heraldische Raad. Het wapen werd officiëel vastgesteld volgens het Vlaams decreet van 3 februari 1998 (houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen). De wapenbrief werd overhandigd op 14 juli 2003 door Vlaams minister van Cultuur Paul Van Grembergen.
Hier vind je de link naar de publicatietekst in het staatsblad.
Het wapen is doorsneden in drieën:
1) in keel (rood) een bij van goud, vergezeld van twee schildjes van zilver
2) in goud een kruis van sabel (zwart)
3) in keel een schildje van zilver.
Het schild is getopt met een helm van zilver, getralied, gehalsband en omboord van goud, gevoerd en gehecht van keel, met wrong en dekkleden van goud en van keel.
Het helmteken bevat een uitkomende leeuw van sabel, geklauwd en getongd van keel, gehalsband met de kroon van een Zuid-Nederlandse wapenkoning van goud.
De bij symboliseert de arbeidslust, verwijzend naar de verschillende beroepen in de stam en het ambt van schepen van verschillende leden ervan.
De 3 schildjes staan voor kunstmin. Het kruis als teken van vroomheid verwijst o.a. naar de twee oudooms, die pauselijke zouaven waren.
De kleuren en metalen zijn die van het wapen van de provincie van herkomst: Brabant.
De Vlaamse Leeuw werd door de Heraldische Raad toegevoegd wegens de verdienste van Roger Caluwaerts als lid van de Raad.