Stamboom Caluwaerts

De oudste vermeldingen van de geslachtsnaam komen sporadisch hier en daar op vanaf de Xllle eeuw. Later komt de naam veelvuldiger naar voor en hij lokaliseert zich in bepaalde streken van het hertogdom Brabant en van het graafschap Vlaanderen.

Opvallend is wel dat de oudste naamdragers nauw betrokken waren bij de bloeiende lakennijverheid die in de Middeleeuwen onze gewesten een onbegrensde welvaart bracht. Het is dan ook in de bedrijvige handels- en ruilcentra van deze Europese wolmarkt dat we de eerste sporen van onze naamdragers vinden.

Een Kerstiaen CALEWARD wordt in 1221 vermeld in een akte te Terwaan bij Rijsel.

Jan CALEWARD verdedigde als procureur, in 1297, de belangen van graaf Gwijde van Dampierre in zijn geschil met de koning van Frankrijk inzake de woltransakties met Engeland. ln het land van Waas waren naamgenoten in de 13e-14e eeuw cijnsplichtigen van de graaf van Vlaanderen.

Te Antwerpen, Mechelen en Leuven waren er als mercatores of kooplieden bedrijvig. Zij voeren, onder vrijgeleide van de keizer, op Engeland om wol ter bevoorrading van de Brabantse weverijen.

Afstammelingen die te Mechelen gevestigd waren, floreerden in de lakennijverheid tot deze in de 15e eeuw haar crisistijd beleefde, of zochten er een bron van inkomsten in het huidevettersambacht dat toen een aanzienlijke uitbreiding kende en aan meer dan een vierde van de stadsbevolking nering verschafte. Talrijke stamgenoten bekleedden er het ambt van magistraat en waren deken of meester van hun ambacht.

Andere naamdragers hadden Antwerpen tot verblijfplaats gekozen om er het koopliedenambacht voort te zetten. Eén onder hen deed er uitstekende zaken en werd in 1629 tot de adelstand verheven. Zijn afstamming bekleedde hoge posten in de magistratuur en in de Hoge Raad van Mechelen.

Een Denijs CALUWAERT, te Antwerpen ca 1540 geboren, trok naar Italië, werd er een beroemd schilder, stichter van de Bolonese schilderschool en leermeester van een schare Italiaanse kunstenaars.

Al deze oude en sterk bloeiende stammen die in Brabant en Vlaanderen stevig wortel schoten, werden ingedeeld in geslachtslijsten of stamreeksen die aan de hand van archiefbronnen en biografische gegevens konden verzameld en samengesteld worden. De stammen werden naar gelang van de streek in volgende reeksen ingedeeld: Mechelen, Lier, Antwerpen, Klein-Brabant, Midden-Brabant, Oost-Brabant. Elke reeks werd onderverdeeld in takken.

De stamreeks Lier is verbonden aan de stamreeks Mechelen. Tussen de andere stamreeksen kon nog geen verband worden aangetoond.